De dreigende koude oorlog is een keiharde werkelijkheid aan het worden, maar op vliegbasis Soesterberg geen ronkende vliegtuigmotoren of zwart strepen op de rolbanen. Er heerst een vredige stilte na koude- en roerige tijden.
De Amerikaanse luchtmacht verbleef van 1954 tot 1994 op Vliegbasis Soesterberg. Er stond één Amerikaans squadron gestationeerd: het 32ste Fighter Squadron met als bijnaam ‘Wolfhounds’. Het squadron vloog in die vier decennia met vijf verschillende vliegtuigentypes om haar missie uit te voeren. De missie was: vijandelijke vliegtuigen, die het Nederlandse luchtruim wilden binnendringen, te onderscheppen. 24 uur per dag en 7 dagen in de week stonden twee toestellen startklaar om binnen vijf minuten het luchtruim te kunnen kiezen. Dit werden zogenaamde ‘scramble’ missies genoemd.
F-86F Sabre (1954-1956)
De North American F-86F Sabre was het eerste toestel waarmee de Amerikanen vanaf Soesterberg vlogen. De Sabre was voorzien van pijlvleugels en ontworpen om dienst te doen als onderscheppingsjager of duikbommenwerper. Het 32ste gebruikte het toestel in de rol van onderscheppingsjager. De eenmotorige F-86F kon een maximale snelheid van 1.106 km/u bereiken. De bewapening bestond uit zes boordkanonnen en het toestel kon raketten meevoeren.
F-100C Super Sabre (1956-1960)
Al na twee jaar ging het 32ste over op een nieuw type vliegtuig: de North American F-100C Super Sabre. Op 15 augustus 1956 arriveerden de eerste F-100C’s op Soesterberg. Met de komst van dit toestel brak het supersonische tijdperk van de Wolfhouds aan. De F-100C kon namelijk in horizontale vlucht sneller vliegen dan het geluid. Naast de hogere snelheid van zo’n 1.400 km/u kon de Super Sabre ook hoger vliegen dan de F-86F. Daarnaast beschikte het toestel over meer mogelijkheden om bewapening mee te nemen. De F-100C beschikte over vier 20mm boordkanonnen en zes punten waarop bommen, raketten en externe benzinetanks bevestigd konden worden.
F-102A Delta Dagger (1960-1969)
De opvolger van de Super Sabre werd de F-102A Delta Dagger van de Convair fabrieken. Het toestel was specifiek ontworpen om binnendringende strategische bommenwerpers van de Sovjet-Unie te onderscheppen. Bijzondere uiterlijke kenmerken van deze luchtverdedigingsjager waren de grote deltavleugels en de driehoekige staart. Eén van de verbeteringen ten opzichte van de eerdere vliegtuigen van het 32ste was dat de F-102 over ‘all-weather’ capaciteiten beschikte. Het toestel kon dus onder alle weersomstandigheden ingezet worden. De staarten van de kisten van de Wolfhounds waren voorzien van de kleuren van de Nederlandse vlag. Naast conventionele raketten kon de Delta Dagger ook raketten met een nucleaire lading meenemen.
F-4E Phantom II (1969-1978)
De eerste McDonnell Douglas F-4E Phantom II van het 32ste landde op 6 augustus 1969 op Soesterberg. De Phantom kende veel verschillende type-uitvoeringen, waarvan de E-uitvoering er één was. Het toestel was enorm populair in de Koude Oorlog. In totaal werden er maar liefst 5.195 exemplaren gebouwd voor veel verschillende luchtmachten. Bijzonder aan het toestel was de tweekoppige bemanning: een piloot en een wapensysteemofficier, die in een tandemopstelling achterelkaar zaten. Een ander verschil in vergelijking met eerdere toestellen van het 32ste was dat de Phantom van twee motoren voorzien was. De snelheid van het toestel lag daardoor fors hoger dan die van al zijn voorgangers: 2.370 km/u. Om de benzine voor de motoren op te slaan was het toestel meestal van drie externe tanks voorzien.
De F-4E was uitgerust met een 20 mm Vulcan kanon dat onder de neus gemonteerd zat. De bewapening van de toestellen van de Wolfhounds bestond tijdens hun ‘scramble’ missies verder steevast uit vier Sparrow en vier Sidewinder raketten. Om de Phantoms op de grond te beschermen tegen vijandelijke aanvallen werden ze in halfronde betonnen hangars geparkeerd, de zogenaamde ‘shelters’. Om hun kisten beter te kunnen identificeren besloot de US Air Force haar vliegtuigen te voorzien van een zogenaamde staartcode. De code van het 32ste werd ‘CR’, waarbij de C terugslaat op Camp New Amsterdam, de benaming van het Amerikaanse deel van Vliegbasis Soesterberg. De tip van de staart kreeg de kleur oranje, dat refereert aan het Nederlandse Huis van Oranje.
F-15A/B en C/D Eagle (1978-1994)
Snelle technologische ontwikkelingen leidden tot de ontwikkeling van een nieuwe ‘air superiority’ straaljager voor de Amerikaanse luchtmacht: de F-15 Eagle. Door slim te ontwerpen waren de wapen- en vluchtcontrolesystemen van het toestel -althans bij de onderscheppingsversie van de F-15- door één persoon te bedienen. Van de F-15 bestaan ook twee persoonsversies: voor trainingsdoeleinden en voor de aanvalsversie van de F-15.
In 1978 kreeg het 32ste de beschikking over A en B modellen. Later werden deze vervangen door verbeterde versies, de C en D uitvoering. De B en D-versies zijn tweezits uitvoeringen. In 1983 breidde het aantal toestellen uit van 18 naar 24 stuks vanwege de toegenomen dreiging vanuit het Oosten. In 1991 werd gestart met de conversie naar de F-15 MSIP (Multi Stage Improvement Program). Deze versie voorziet de F-15 onder andere van een nieuwere radar en centrale computer en verbeterde wapen- en elektronische oorlogsvoering systemen.
De F-15’s van het 32ste werden ook voorzien van de bekende CR-staartcode en een oranje starttip. De kist heeft twee staartvlakken en is bij de landing nog makkelijker te herkennen: het toestel heeft een flinke remklep achter de cockpit die bij de landing omhooggaat om het toestel snel af te remmen. De klep werd ook gebruikt om vliegtuigspotters en andere belangstellenden aan het hek van Vliegbasis Soesterberg te begroeten. Net als de Phantom is het toestel uitgerust met een 20 mm Vulcan kanon en kan het acht raketten meevoeren. De maximale snelheid van het toestel is 2,655 km/u. Op 13 januari 1994 vond de laatste vlucht met Wolfhouds F-15’s vanaf Soesterberg plaats.
De laatste drie F-15 Eagles vertrokken naar hun nieuwe thuisbasis in Amerika.
Veel inwoners uit Soesterberg missen de dynamiek en het ronken van zware vliegtuigmotoren op de voormalige vliegbasis. Maar er zijn ook inwoners die dolblij waren en zijn, dat de vliegbasis SSB en Soesterberg de welverdiende rust hebben gekregen.
Bron en foto’s: Dick Wels, comitélid van Stichting Air Force Memorial Soesterberg
Mis de Amerikanen en de F-15’s nog steeds, gooi de basis maar weer open ??
Ze hadden de basis nooit moeten sluiten. Dat bewijzen deze huidige omstandigheden. De mooiste en meest centraal geleden basis van Nederland. Nu ligt alles op één lijn in Brabant. Tactisch gezien het slechtste idee.